In de serie REFRESHMENT TALKS nemen we je mee met onze ervaringen binnen de Non Executive Search.
Deze keer het verhaal van Board Refreshment collega Inge Scholman:
Regelmatig krijg ik de vraag wat ik als 24-jarige in de wereld van commissarissen en toezichthouders doe. Hier mijn verhaal waarom doe ik wat ik nu doe…
3 jaar geleden schreef ik mijn scriptie over gender diversiteit binnen het professoraat. Het was dat jaar een speciaal jaar voor de vrouwenemancipatie binnen het onderwijs. Het was namelijk exact 100 jaar geleden dat de eerste vrouwelijke professor werd benoemd in Nederland; Johanna Westerdijk.
Het was toenmalig Minister Bussemaker die mij triggerde om gender diversiteit te kiezen als onderwerp voor mijn scriptie onderzoek. In dat jaar, het Johanna Westerdijkjaar, investeerde het Ministerie van Onderwijs vijf miljoen euro om 100 vrouwelijke professoren te benoemen. Het was geen grote investering maar wel een groot gebaar. De toenmalig Minister zette een expliciete stap in positieve discriminatie van vrouwen. Voor mij, opgegroeid in een liberaal gezin met drie oudere broers, iets waar ik mij totaal niet in kon vinden. Ik was overtuigd dat het voor de emancipatie van vrouwen niet zou bijdragen en alleen maar zou leiden tot de bekende excuustruus. Dat het mannen een excuus zou geven om de ‘jij zit hier alleen omdat je een vrouw bent’ opmerking te maken.
De Minister gaf aan dat meer vrouwen in het professoraat zou leiden tot aantrekkelijkere universiteiten en de ‘competitive advantage’ van onze universiteiten zou verhogen. Redenen die mijn wetens nooit wetenschappelijk onderbouwd waren. En nu ben ik econoom en zoals een waar econoom streef ook ik altijd naar een zo’n groot mogelijke efficiëntie. In mijn achterhoofd speelde het verhaal van ‘Moneyball: The art of winning an unfair game’. Wat laat zien hoe onderwaardering en overwaardering van talent leidt tot het structureel mislopen van kansen en waarde en daarmee leidt tot inefficiëntie van de maatschappij. Als de Minister gelijk zou hebben en universiteiten echt beter presteren door grotere diversiteit, zou ik mij wellicht wel kunnen vinden in het beleid van positieve discriminatie.
Ik startte met veel argwaan richting het beleid mijn onderzoek. Nu was dit een vrij simpel onderzoek, wetenschappelijk gezien te licht om er echt grote conclusies uit te trekken. Maar dit onderzoek heeft wel mijn wereldbeeld volledig veranderd. Hoe meer ik mij verdiepte in de werking van ons brein en de gevolgen van de werking van ons brein, hoe meer ik mij besefte dat positieve discriminatie noodzakelijk is als we willen leven in een maatschappij waarin we streven naar ultieme efficiëntie. Wanneer ik mijn brein niet bewust blijf corrigeren, geef ik mensen die op mij lijken meer kans en erger; geef ik mensen die niet op mij lijken minder kans. Wanneer ik mijn brein niet corrigeer, zal ik blijven stemmen op een mannelijke volksvertegenwoordiger. Wanneer de benoemingscommissie haar brein niet corrigeert, blijven er universiteiten met een professoraat bestaande uit 93% mannen. Wanneer de belastingdienst zich niet bewust blijft corrigeren, blijven ze etnisch profileren. Wanneer wij ons brein niet bewust corrigeren zullen wij nooit ieders talent in deze maatschappij kunnen benutten.
Hoe meer ik mij verdiepte in het concept van diversiteit hoe meer ik overtuigd ben geraakt van het belang van positieve discriminatie. Een extreem en een uiterst middel maar helaas wel nodig om ons brein bewust te kunnen corrigeren. Tijdens het schrijven van mijn scriptie is mijn standpunt over het invoeren van een quotum volledig gedraaid. En nu, 3 jaar later, heb ik er mijn missie van gemaakt om diversiteit, in de breedste zin van het woord, te vergroten en versterken.
Per toeval kwam ik terecht in de wereld van commissarissen en toezichthouders en de non-executive search. Een wereld waar het beroemde en beruchte vrouwenquotum wordt ingevoerd. Nu zorgt dit quotum op zichzelf staand niet direct voor diversiteit. Diversiteit is breder dan man versus vrouw, diversiteit is breder dan een percentage in een jaarverslag. Een percentage blijft mijns inziens aan de oppervlakte van diversiteit. Maar het zorgt er wel voor dat elke benoemingscommissie actief moet gaan nadenken over diversiteit en de kans krijgt om het brein bewust te corrigeren. Ik wil dan ook deze wereld continu blijven uitdagen om het brein te corrigeren en open te stellen. Het is mijn missie om in deze – af en toe nog ouderwetse – wereld van bestuurlijk Nederland bij te dragen aan diversiteit en hopelijk ook op die manier bij te dragen aan een zo’n efficiënt mogelijk Nederland waar ieder zijn of haar talent volledig mag benutten. Ik blijf immers een econoom.
Inge Scholman
Lees ook: REFRESHMENT TALKS 01: We moeten iets met diversiteit, maar hoe?