Beloning. Een ongemakkelijk debat, waarvan de timing altijd ongepast voelt. Maar het moet gevoerd worden vóórdat het de professionalisering van good governance remt: er moet een professionaliseringsslag komen in de bezoldiging van toezichthouders en commissarissen. Toezichthouden is geen hobby voor oudgedienden om tijdens het pensioen nog actief te blijven. Het is een parttime baan met fulltime verantwoordelijkheid.
Toezichthouders dragen een directe verantwoordelijkheid naar volgende generaties. Maar lang niet altijd zien we dit terug in de bezoldiging. In sommige sectoren is de bezoldiging zelfs nihil. Zijn deze banen dan voor de bühne?
Als gevolg van professionalisering, zien we in toenemende mate vraag naar verjonging. Wanneer je wilt verjongen is beloning een cruciale factor. In goed toezicht zit veel tijd, en dit moet je dan combineren met een reguliere carrière. Heb je een hypotheek, studerende kinderen enzovoorts, dan is het financieel gezien niet altijd even makkelijk om zo’n verantwoordelijkheid op je te nemen.
Toezicht houden op een organisatie met meer dan 100 werknemers en een miljoenenbegroting is geen vrijwilligerswerk meer. We zien regelmatig talent afhaken omdat de tijdsinvestering, de risico’s en de verantwoordelijkheden niet in verhouding staan tot de bezoldiging. Als we enkel financieel onafhankelijke kandidaten kunnen benoemen, is het toezicht vanzelf eenzijdig en behoudt het bovendien het ongewenst elitaire imago.
Het meest vermoeide argument tegen bezoldiging is het ‘tijd om wat terug te geven aan de maatschappij’. Als organisatie wíl je toch helemaal geen toezichthouders die pas op latere leeftijd aan de maatschappij gaan denken? Wat hebben ze al die jaren daarvoor dan gedaan? Laten we daarom randvoorwaarden creëren voor een raad van toezicht die middenin de maatschappij staat.
Door Inge Scholman
Verschenen in het Financieele Dagblad: https://fd.nl/opinie/1364860/professioneel-toezicht-verdient-professionele-beloning